Ik keek weg, slikte mijn tranen weg. Ze wist dat ik wilde huilen, maar ik wilde het niet. Er keken andere mensen. En ik was sterk, sterk genoeg om dit in te houden. Ik stond wild op, de stoel vloog naar achteren. Ik wilde weglopen, maar ik bleef staan. Ik keek naar Angelina. Misschien moest ik haar wat meer vertrouwen, alleen wist ik niet hoe. Ik wilde Acro, ik wist alleen niet hoe. Ik heb iets fout gedaan, maar hij zou een sorry vast niet accepteren. Ik wist niet wat ik moest doen. Ik schudde verwoed mijn hoofd, ik zuchtte.